“Is dat voor echt?” vroeg hij me. “Wat?” “Dat bekend willen worden, is dat voor echt?” Ik wist niet goed wat antwoorden op zo’n uiterst bizarre vraag, maar deed toch een poging. “Natuurlijk,” zei ik. “Het is voor echt.” Ik keek nog wat verdwaasd naar die gezichtsuitdrukking die me vreemd was en ging wat verder staan. Sommige mensen...
Ik was nog niet klaar met fronsen toen hij terug naast me stond. “Maar ik vind het wel leuk hoor, wat je schrijft. En grappig.” Hij lachte wat geforceerd, ik glimlachte al even oprecht terug. “Dankje.” “Moet je iets drinken?” Ik schudde heel erg vriendelijk van nee. Mijn Iced Tea Light met Rohypnol spiken, zeker. Mij op de achterbank van je Renault mee naar huis nemen, vieze foto’s nemen en dan zélf bekend worden, zeker. Ik dacht het niet. “Nee dankje,” lachte ik, “ik heb net iets op en het is zo unladylike om vaak naar het toilet te gaan.” Weer die eigenaardige blik.
Ik vrees dat ik, als ik bekend ben straks, moeite zal hebben om echte fans te onderscheiden van mensen die me enkel hun achterbank willen tonen. Hoewel ik nog geen fan ontmoet heb, bedenk ik toch best een full-proof plan om de viespeuken van het koren te scheiden. Een paswoord, bijvoorbeeld. “Moet je iets drinken?” “Een cola graag,” zeg ik dan. En dan brengen ze me een fanta, want enkel echte fans weten dat ik geen cola lust.
Carolien van Brussel
